Verslag 8
Blijf op de hoogte en volg Peter en Naomi
05 Augustus 2018 | Japan, Teshikaga
De binnenlandse vlucht hadden we thuis al geboekt, maar de website was voornamelijk in het Japans of zeer beperkt Engels. Het was dus nog een beetje spannend of het allemaal goed gegaan was. Alles waar maar onze naam op stond hadden we uitgeprint en zijn extra vroeg naar het vliegveld gegaan.
In Nagoja hadden we nog even contact met neef Robert en zij hadden het toch wel heftig gehad met de typhoon. Gelukkig hadden ze geen schade. Toch een goed idee geweest om niet naar Magome te gaan.
Het vliegveld van Nagoja is een klein treinritje vanaf het centrum en ligt op een schiereilandje in de Grote Oceaan. Maar natuurlijk was alles gewoon geregeld en waren we twee uur voor vertrek al helemaal kant en klaar door de douane heen. Niks geen tax free winkeltjes, niks geen ellelange rijen met luchtjes om uit te proberen. Dat wordt lang wachten.
Vanuit Nagoja vliegen we eerst naar Sapporo en daarna naar Kushiro. We waren slecht voorbereid want ook al is het geen treinrit van 20 uur. 6 uur zitten zonder eten en drinken maakt mij erg chagrijnig.
Bij de bagageband merkte we een hoop gespannen gezichtjes van het grondpersoneel en bij de uitgang stonden een honderdtal dames met telefoon klaar om foto’s te maken. Zodra de schuifdeuren opengingen, begonnen de dames hevig te gillen (ach er zijn ook dagen dat me dat niet overkomt). Van jong tot (zeer) oud stonden ze te dringen om naar binnen te kijken. Lichtelijk nieuwsgierig als Naoom is vroeg ze aan een medepassagier wat er allemaal aan de hand was. Deze vertelde haar dat het nationale honkbal team bij ons in het vliegtuig zat en er morgen een hele belangrijke wedstrijd (achteraf bleek deze jongen de Dirk Kuijt van de Fighters te zijn).
Ook op Kushiro airport weinig te vinden en we hopen op het treinstation meer geluk te hebben.
Hokaida is een eiland in het noorden van Japan en eigenlijk compleet anders dan wat we gewend zijn en het lijkt of dat de tijd hier heeft stil gestaan (zo rond de jaren 60 ofzo). Grote cementenblokken en zelfs een kerkje sieren het plein voor het station. Alsof we de set van de Stepfordwifes zijn binnengelopen
Op het station kunnen we eindelijk wat eten en we gaan richting Teshikaga. Hier vlakbij ligt Akan National Park. Volgens velen het mooiste natuurpark van Japan. Een piepklein metalen treintje staat voor ons klaar. Op weg naar Teshikaga stoppen we op plekken die nauwelijks een station hebben. Soms was het alleen een strook met grind. Het begint al snel donker te worden en ik begin het al een beetje spannend te vinden en zie ons al ergens in de middle of nowhere met onze spullen staan in het donker terwijl het treintje wegrijdt en ons achterlaat met het geluid van een verloren geit (of beer want die zitten hier veel)
Maar niets is minder waar. Het is een stationnetje van formaatje Schiedam Nieuwland en bij het uitstappen staat er iemand met een bordje klaar van Masyu hotel. Verhip dat is voor ons. En met de auto worden we superluxe naar ons hotel gebracht (ik vraag me alleen af hoelang die man daar gestaan heeft, want we hebben geen aankomst tijd aangegeven of hadden we de enige trein die er vandaag aankwam, zou ik ook geloven)
Hotel Masya is een welvarend hotel………geweest………..50jaar geleden. Lichtelijk vervallen en waar er nog steeds aardig doorgerookt word. De eigenaar (waarschijnlijk al vanaf het begin) is een klein Japans mannetje met het haar wat hij nog heeft strak in de gel naar achter heeft gekamd. Hij spreekt een beetje Engels, maar mompelt dat een beetje en maakt na elke zin wat smekgeluidjes. De receptie is tevens ook de loungeruimte met piano (geweldige retro stoelen met groenvelours), bar, keukentje, bioscoop(je), souvenierwinkeltje, kinderopvang, sportruimte en golfbaan jawel. We krijgen de sleutel en Joepiedepoepie het is een Japanse stijl kamer. Wat een genot, drie dagen op de grond slapen. Ook heeft dit hotel een onsen waar we gratis gebruik van mogen maken. De locals hier doen dat zo te zien ook. Er is een flinke aanloop.
Na de spullen op de kamer te hebben gelegd (ook hier veel spullen die niet zouden misstaan in het museum van oudheden), kijken we of er in de buurt nog wat te eten is. Naast het hotel zit Snack Amour. En anders dan de naam doet vermoeden (of misschien toch weer wel) hier geen snackjes. In de deuropening staat een mevrouw die aan alles uitstraalt dat ze vandaag tot erg laat open is.
Maar om de hoek zit er gelukkig onze hoop in bange dagen, onze rots in de branding, eensteunpilaar door heel Japan (en omstreken),namelijk de 7/11. En met een bak Cup a Noodle en een schaal opgewarmde gyoza’s vleien we ons weer neer op de grond. Dit keer geen kussen, maar een pittenzakje (alles voor de totale Japan beleving). Ach en met het dekbed vier keer dubbelgevouwen voel je bijna niets meer van elk ribbeltje van van de tatamimat (soort prins op de erwt verhaal)
Al vrij vroeg pakken we een hop on hop off bus naar Akan National Park (hoewel er weinig te hop on hop offen valt want er gaat maar 2 keer per dag zo’n bus. De eerste stop is een meer met het meest blauwe water van Japan. Behalve vandaag. Ook hier gooit de mist weer roet in het eten. Bijkomend voordeeltje wel is dat het hier een aangename 25 graden is.
De tweede stop was bij een actieve vulkaan (het spuit geen lava, maar welriekende zwaveldampen). Naoom was eigenlijk van plan om de vulkaan te beklimmen (tsja ik weet ook niet wat die obsessie steeds is) maar de bus zou een kwartiertje hier wachten en de volgende bus kwam pas een kleine 4 uur later. Al snel bleek dat een kwartiertje meer dan genoeg was, want meer dan een paar geelgekleurde zwavelgeisers was er ook niet te zien.
De bus maakt nog een paar leuke stops en overal blijft hij lang genoeg hangen om alles te zien. Het eindpunt van de rit is een schitterende plek. Boven op een berg (waarschijnlijk voor de Japanners een heuveltje, maar voor ons is alles al snel een berg) blijft de bus een uurtje en hier kunnen we ook gelijk iets eten. In het souvenierwinkeltje wat aan het restaurant vastzit verkopen ze suikermeloen. Schitterend mooi ingepakt, maar dat mag ook wel als je de prijzen er van ziet. Een klein doosje meloenen van 3 stuks voor 10000 yen. Een schamele 75 euro. Dat moeten verdomd lekkere meloenen zijn. Sowieso is fruit heel duur in Japan. Het enige betaalbare zijn bananen en kiwi’s. Beide ongeveer een euro per stuk.
Na het gebruikelijke spelletje point the picture (gepaard met “we wont dis wan”) is het altijd toch fijn als je het eten krijgt wat je bedoeld. Heerlijk gegeten trouwens.
We lopen van het station weer terug naar ons spa en resort (ach je moet er wat van maken) en vinden weer een onwijs leuk bakkertje (alsof we er een neus voor hebben) En zodra je het winkeltje binnenkomt ruik je de geur van roomboter en vanille.......heerlijk. Een oud mannetje heeft een ruime keuze aan koekjes met bonen (he gatsie), maar ook met de hand gemaakte gebakjes in allerlei gezellige figuurtjes. Ach het is vakantie en we nemen er een paar mee. En eerlijk deze man verdient een prijs. Hemels gebak (we hebben de laatste dag er nog een gehaald, maar dat zal ik niet in het verhaal vertellen)
’s Avonds bij een noodlezaak gegeten wat het op instagram erg goed zal doen. Een plek die helemaal uit de toon valt bij de rest van Teshikaga, want hier is het hip, fris en helemaal van nu. Het zou zo op de nieuwe binnenweg kunnen zitten. Dikke tip mocht je ooot verdwaald raken in Hokaido en in Teshikaga belanden, ‘Popotei’ gelijk naast het station.
De volgende ochtend weer vroeg de bus (slapen doe ik toch niet op die bamboematjes) en we pakken nu de andere kant van het gebied;. Daisetzupark en lake Akan. Iets touristischer, maar dat komt waarschijnlijk ook door het dorpje van de oorspronkelijke bewoners van Hokaido (een beetje de indianen van Japan) want Hokaido was vroeger apart van Japan en niet zo heel lang samengevoegd. Ook nu gaan er niet zo heel veel bussen en we zijn verplicht om maar 3 uur daar rond te lopen. Het plan van Naoom om ook hier een berg te beklimmen valt dus weer in duigen (vind ik zelf ook heeeeeeeeellll vervelend).
Maar de omgeving is adembenemend en heeft wel iets weg van de natuur in Canada (wat ik van de plaatjes weet). Uitgestrekte naaldbossen en gladde rivieren waarin de bergen weerspiegelen. Naast de mooie natuur heb je hier een paar bezienswaardigheden. De borrelende dampende prutgeisers (ook hier de heerlijke geur van rotte eieren) en de Marino moshiballen. Een klompje mos wat zich tot een perfect bolletje heeft gevormd. Helemaal Kawaii (dat betekend schattig, denk maar aan de Kawai monster club uit het eerste verhaal.
We kunnen een boot nemen voor 50 euro en zien we de balletjes vanaf een tv schermpje terwijl we eroverheem varen of we gaan naar het ecologisch museum waar ze er een paar in een aquarium hebben drijven. Kosten: niks. Ehhh lastige keus, maar we blijven Hollanders. Dus na ze eens uitgebreid bekeken te hebben, hebben we nog een ruime twee uur in het dorpje.
Naast de moshiballen heb je ook nog een klein gebiedje waar de indianen wonen (Ainu). Dat klinkt authentieker dan het is want eigenlijk is het een lange rij aan houten souvenirwinkeltjes en restaurantjes. En dat alles vergezeld met het geluid van echte Indianen muziek (niks panfluitjes, maar een soort elastiekje om een blikje)
Ook in dit indianen dorpje (straatje) heeft de Lonely Planet een must eat. Gefermenteerde aardappelkroketten. En hoe lekker het ook klink,t dit lichtelijk compacte bonk cement is met geen mogelijkheid weg te bikken.
We genieten nog even van het uitzicht en pakken de bus weer terug naar Teshikaga. Nog even snel de backpack weer inpakken en morgen richting Asahikawa (en naar een hotel met een echt bed.....oef)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley